Probleem

Bijwerking van geneesmiddelen leiden tot vermijdbare (ernstige) problemen bij patiënten. 5,6% van alle acute ziekenhuisopnames betreft bijwerkingen. Daarnaast doen zich vaak minder ernstige klinische problemen voor die het gevolg zijn bijwerkingen van geneesmiddelen

Vaak wordt de relatie tussen de nieuwe of het gewijzigde klinische probleem en het medicijngebruik niet gelegd, zeker niet bij een minder bekende bijwerking. Vaak is het niet duidelijk of bepaalde klinische verschijnselen (zoals verhogingen van leverenzymen, nierfalen, constipatie, delirium, etc.) worden veroorzaakt door een bijwerking van een geneesmiddel of een andere oorzaak hebben.

Voor de meeste geneesmiddelen kennen de artsen de therapeutische effecten van het geneesmiddel. Maar kennis over alle mogelijke bijwerkingen van deze medicijnen is niet een kernexpertise van de arts. Zelfs indien de klinicus vermoedt dat een van de geneesmiddelen die wordt voorgeschreven een rol kan spelen in de klinische toestand van de patiënt, is het vaak erg moeilijk om vast te stellen welk geneesmiddel het meest waarschijnlijk de verschijnselen veroorzaakt en in hoeverre andere differentiaal diagnostische mogelijkheden waarschijnlijk zijn.

De verdere specialisatie van artsen in combinatie met de complexiteit van de diagnostiek, zoals vergrijzing (comorbiditeit / poly farmacie) zal alleen maar de kans doen toenemen dat bijwerkingen van een geneesmiddel over het hoofd worden gezien.

Opleiding

Bij de recente visitatie van de geneeskundeopleidingen in Nederland werd geconstateerd dat het onderwijs in de farmacotherapie versterkt zou moeten worden. Dit heeft geleid tot een landelijk initiatief van de geneeskundefaculteiten in Nederland om te komen tot definitie van te halen eindtermen op het gebied van de Farmacotherapie en een landelijk af te nemen Farmacotherapie eindtoets, zodat studenten moeten aantonen dat ze deze eindtermen hebben gehaald. In het kader van dit project wordt ook gezamenlijk onderwijs ontwikkeld. Dit onderwijs is gericht op het veilig en doelmatig kunnen voorschrijven van de geneesmiddelen die het meest frequent aanleiding geven tot ernstige bijwerkingen in Nederland. Een systeem dat de student/voorschrijver zou ondersteunen bij het schatten van kansen op een bijwerking in het licht van andere differentiaal diagnostische mogelijkheden zou in dit kader zeer welkome aanvulling zijn.

 

Zoektocht oplossing

Promedas is een medisch expertsysteem voor kennis- en beslisondersteuning in de diagnostiek. Het genereert relevante diagnoses uit de patiëntgegevens, zoals symptomen, persoonlijke historie (bestaande diagnoses, land van herkomst et cetera), labuitslagen en medicijngebruik. Promedas is in staat is om bij verschijnselen van een patiënt een differentiaal diagnose te produceren, waarbij tevens een uitspraak wordt gedaan over de volgorde in waarschijnlijkheid. Promedas maakt de differentiaal diagnose objectief, wijst artsen op mogelijke alternatieve diagnoses en voorkomt tunnelvisie. Het helpt de arts om met een bredere blik, ook buiten hun eigen expertise, naar de patiënt te kijken. Promedas is in een gezamenlijke ontwikkeling tussen Radboud Universiteit en UMC Utrecht tot stand gekomen.

In het kader van bijwerkingen van geneesmiddelen heeft een student farmacie uit de vakgroep van professor Toine Egberts hoogleraar epidemische farmacologie en ziekenhuisapotheker bij het UMC Utrecht een onderzoek uitgevoerd met de titel: “PROMEDAS voor farmaceuten: mogelijkheden en tekortkomingen bij ontwerp en toepassing.” Bovengenoemd onderzoeksproject beperkte zich tot de 30 meest voorkomende medicijnen. De conclusie: Promedas is juist en functioneel. Uit de resultaten van dit onderzoek is gebleken dat bij meer dan de helft van de casussen de juiste diagnose als meest waarschijnlijk diagnose als eerste wordt weergegeven in Promedas en 100% van de casussen bij de eerste tien genoemd in de differentiaal diagnose.

Doel project

De ontwikkeling van een onderwijsmodule die tot doel heeft studenten te leren verschijnselen te herkennen als mogelijke bijwerkingen en interacties van medicijngebruik. De student of arts in opleiding moet op basis van een patiëntcasus verschijnselen van bijwerkingen van geneesmiddelen herkennen en een differentiaal diagnose opstellen. De student kan zich laten ondersteunen door Pharmopedia.

In eerste instantie zal Pharmopedia worden ingezet in de masterfase van het curriculum geneeskunde en in de vervolgopleiding tot specialist in Nijmegen. Bij succes zal de onderwijsmodule landelijk worden aangeboden.

Samenwerkingen

Dr. C. Kramers is Internist en Klinisch Farmacoloog, Dr. Anne Esselink (internist i.o), Dr. Bas Schouwenberg, internist klinisch farmacoloog,  Dr. Stephanie Natsch, ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog UMC St. Radboud; Dr. Hanneke Fleuren, ziekenhuisapotheker, klinisch farmacoloog CWZ; Dr. Bart van den Bemt, Apotheker / klinisch onderzoeker Sint Maartenskliniek en Prof. Dr. Thom Oostendorp, Donders Instituut expertise ICT en onderwijs.

Live volgen ontwikkelingen

1e fase testen in hoeverre zijn de algoritmes ontwikkeld voor diagnostiek te gebruiken voor relateren verschijnselen veroorzaakt door medicijn gebruik naar meest waarschijnlijke “pil”

Volg hier live de ontwikkelingen: Test.promedas.nl

Publicatie:

Zie bijlage